Hoe gaat het echt
met je? Je zit gehurkt
op de grond met je hoofd in je
handen te wiegen
als voor je voeten een zwevend, complex,
geometrisch lichaam openklapt.
Droom je nog altijd van een geheime tuin,
waarin je me alle hoeken van
elke betekenis zou laten zien?
Je tuit je lippen, alsof je de parkiet op
de wijsvinger voor je mond houdt,
en je lichtjes voorover buigt voor een kus
op de snavel. Maar voor je lippen
zweeft het, als ruggenwervels van
een dier dat niet langer bestaat.
Uit het geometrisch lichaam
valt iets wat zich
pas na enkele minuten
nadat het zich heeft schoongelikt,
laat benoemen
als een naaktkat
een blauwroze perzik op vier fluwelen poten,
die op ons afloopt.
Peter Verhelst